De reis is het doel

Nabeschouwing

Op 25 juli in Santiago aangekomen, bij het Pelgrimsbureau Compostella gehaald en dat was het dan. De cathedraal bezoeken ging niet daar koning Filipe er met zijn gevolg zat. Het was immers de naamdag van Sint Jacobus, dan later maar. Op de 25e is bijna alles gesloten in Santiago behalve de horeca, de volgende dag gaan veel winkels pas om tien uur open. Het enige voordeel is dat de compostella de datum heeft van de naamdag.

Om te ontwennen ben ik nog naar het einde van de wereld gelopen in Fisterre, lange tijd bekend als het meest westelijke deel van Spanje. Later bleek dat toch net niet zo te zijn. Een plek waar Keltische volkeren al samen kwamen om de zon te vereren. Door de Romeinen ook zo bijzonder gevonden dat ze het Finis Terrea genoemd hebben. Dit is de plek waar de wonderen geschieden zoals het landen van het schip met de overblijfselen van de apostel Jacobus.

Alle afbeeldingen en beelden uit het verleden van Pelgrims zijn zonder bagage. Dit was niet de vrijheid van de kunstenaar, ze hadden echt niets bij zich. Ze stonken een uur in de wind. Om deze reden is men in de cathedraal tijdens de pelgrims mis wierook gaan branden met de "botafimeiro", het grootste wierook vat ter wereld die aan een touw in het gangpad slingerd wordt.

Nu het toch even over viezigheid gaat, niet alle Albergue zijn even schoon, voor het oog kan het schoon zijn en de werkelijkheid anders. Drie maal kreeg ik door dat er mensen door "bedbugs" (bedwantsen) gebeten waren. Dit geeft erg jeukende plekken die lang aanhouden en een jonge vrouw was er zelfs koortsig onder. Aan de andere kant heb ik in een Albergue geslapen die op het oog niet al te schoon was, zonder stromend water en electriciteit, en geen nare gevolgen. Je wassen midden in het weiland achter een heuvel waar een fonteintje bergwater in een bassin voor het vee was. Een tip die ik in een verslag las was om een papieren lakenset te bewaren voor dit soort gelegenheden. In Frankrijk had ik lakenset van goede kwaliteit in een refuge gekregen die ik nog wel een keer kon gebruiken.

Verbaast ben ik ook over het eigen lijf. De eerste dagen kwam ik krom en stijf als een bejaarde onder de rugzak vandaan en koste het de nodige moeite om nog het een en ander te ondernemen zoals een maaltijd te bemachtigen of enige proviant voor de volgende dag inslaan. Maar na een paar dagen was dit over en huppelde ik bij wijze van spreken het betreffende dorp in voor het nodige. Ook het pijnlijke onderbeen genas in een dag of tien door het kalmer aan te doen. Soms zijn er teleurstellingen dat een refuge gesloten is (fête de Saint Jean) en loop je 12 km verder naar de volgende. De conditie is dan ook zo goed dat dit kan na twee maal "shit" te hebben geroepen.

Dan de telefoon, deze is hard nodig om op de route te blijven of deze te hervinden. In Spanje is de route uitstekend en dubbel en dwars aangegeven. In Frankrijk is deze met stikkers op lantaarnpalen, verkeersborden en andere paaltjes aangegeven. Maar als er 's winters geplakt wordt willen er daarna wel eens bladeren voor groeien. En iedere regio doet het net even anders met herhalingen en de kruisjes voor de wegen die je niet moet hebben. Een navigatie programma op de telefoon is hier m.i. nodig. Maps.me is door het genootschap van Sint Jacob in Nederland aanbevolen. Te meer omdat hier aanvullingen zijn te downloaden met de slaapplaatsen en de routes zelf die als getrokken lijnen op de kaart komen te liggen. Met het aantikken van de gekozen slaapplaats kun je gelijk het telefoonnummer aanklikken en je belt of je voor de nacht een bed kunt hebben. Al doende leert men zo teleurstellingen te voorkomen.

Elke dag weer verder, andere landschappen dorpen en steden. Ook steeds weer nieuwe contacten op de Camino. Werkelijk verbazingwekkend dat mensen uit vele landen er lopen. Om eens wat te noemen, Argentinië, Colombia, Taiwan, Thailand, Korea, Zweden, Denemarken, Duitsland, België, hongarije, Italie enz. En altijd goed voor een praatje. Amerika en Azië goed vertegenwoordigd. Dat was misschien wel het mooist van de Camino, al die contacten.

Dan de vrijwilligers, want dit hele gebeuren kan niet zonder honderden vrijwilligers die de herbergen van de kerk, Jacobsvereniging of gemeente bemensen. Veelal beheren deze mensen twee weken lang geheel belangeloos een herberg. Lieve mensen met een innerlijke drang iets goeds te moeten doen voor de wereld. Altijd enige mooie woorden van dank in het " livre d' Or" geschreven met de nodige omhelzingen bij het afscheid.

Het contact met Rieke en de kinderen was hartverwarmend en inspirerend om door te gaan. Ik verheug me er op ze gauw weer in de armen te kunnen sluiten. Ook de reacties van de volgers waren een steun en aanmoediging voor me, dank je wel allemaal.



Santiago

De apostel Jacobus zou volgens de Codex Calixtinus na de dood van Christus in Spanje hebben gepredikt, overigens met matig resultaat. Hij werd teruggeroepen om de gemeente in Jeruzalem te leiden. Hij kwam in conflict met de overheid en werd onthoofd. Zijn lichaam werd aan boord gebracht van een schip richting Spanje waar het aanlande nabij de zetel van de bisschop. Het lijk werd begraven op de plek waar later de cathedraal gebouwd is. Het graf is in de vergetelheid geraakt. Vele eeuwen later werd er een kluizenaar door licht en muziek naar toe geleid. De bisschop van toen stelde vast dat dit de overblijfselen van Jacobus waren. Er is op die plaats een cathedraal gebouwd.

In de achtste eeuw bezetten de mohammedaanse Noordafrikaanse Moren Spanje. Bij de herovering en dus het terugdringen van de Moren is Sint Jacobus uit de hemel gekomen en heeft een handje geholpen. Pas in de vijftiende eeuw was deze strijd voltooit. Sint Jacobus wordt vaak afgebeeld als Matamoros, de Morendoder, zie de foto's. Dit is dus een heilige waar je tegenwoordig wat aan zou kunnen hebben, gelet op de mocromafia, loverboys en de terreuraanslagen (Bataclan) uit het recente verleden. Maar ook hier geldt, " resultaten uit het verleden zijn geen garantie voor de toekomst"

Paradijsvogels op de Camino

Inmiddels ben ik in Villafranca Montes de Oca aangekomen. Het wandelen gaat weer als een tierelier,mijn been is weer bijna beter, ben op therapeutische basis verder gelopen d.w.z. een aantal dagen 20 i.p.v. 30 km, een paar compressie sokken gekocht, wat zalfjes bij de farmacia en dan maar lekker inmasseren. Ondertussen zijn de schoenen na zo'n duizend km ook van nieuwe zolen voorzien. Ik trof het in Logroño dat de schoenmaker dit dezelfde dag nog wel wilde doen. Mijn schoenen zijn van de A-klasse, prima voor de lage landen maar de Camino, daar kunnen ze echt niet tegen, minimaal de B-klasse als je dit ook wilt doen.

Hier in Spanje is druk op de Camino, er zijn veel pelgrims, gemiddeld gaan er 160 per dag vanuit Saint Jean Pied de Port de grens over, in deze zomermaanden wat minder. Het geeft veel gezelligheid want je beleeft het als een lopend dorp. Ik praat met mensen uit België, Frankrijk, Spanje, Italië, Argentinië, Mexico, Canada, California, Litouwen, Duitsland, Slovenië en Hongarije. O ja er loopt naast mij ook Nederlandse jongeman meedoen die vanuit Roermond, 10 april, zijn ouderlijkhuis vertrokken is.

Bij de foto's "Landschappen en wat er meer te zien is" zie je foto's van Albert en Gust uit België. Zij doen de pegrimage voor de kankerpatiënten. Ze lopen, bidden en zamelen geld in, hieronder de link naar hun Facebook-pagina.

https://m.facebook.com/Compostela-Albert-Gust-1752845408094194/photos/?ref=page_internal&mt_nav=1

Ze hebben met hun ezels altijd veel bekijks, en de mensen bieden de ezels water aan de mannen vaak iets te eten of te drinken. Ook voor de nacht, een grasveldje voor de dieren en een maaltijd met slaapplaats voor deze pelgrims. Ze hebben tentjes mee. Naar hun eigen zeggen leven ze van de voorzienigheid want het komt altijd goed!

Een ander die in het oog viel is een jonge Duitse man die al acht jaar op de Camino leeft, van Aubergue naar Aubergue heen en terug. In de Aubergues onder het regime "donativo" mag de gast zelf bepalen wat hij betaald, in kleine dorpen zonder horeca zelfs inclusief maaltijd. De man heeft voor zijn vrijheid gekozen, geen uitkering, als hij geld nodig heeft werkt hij wat in de druiven-en fruitteelt. Spreekt de nodige talen die ik hoorde, Spaans, Frans, Duits, Nederlands en Engels. Sluit zich graag aan bij groepen die hij thuis brengt op de Camino en staat vooraan als iets gedaan moet worden in de Aubergues. Hij is gelukkig want hij weet dat er boven iemand is die op hem past.

In Nàjera trof ik op de slaapzaal voor 90 personen waarvan er 60 bedden bezet waren een baby aan. Het bleek ze samen met moeder en oma gedrieën de Camino deden. Ik had verwacht dat de baby de zaal wel wakker zou maken op ongewenste tijd. Maar niets van dat alles de baby lag lekker bij moeder te slapen, het was de oma die me daar al snurkende vreselijk te keer ging. In een gesprekje met de middelste van deze drie geslachten zei ze me dat ze tijdens de zwangerschap wel gewend was iets op de buik te dragen dus de baby in een kangaroe-tuigje op de buik en de backpack op de rug, 20 km per dag.

Iemand die ik vaker tegen kom in de Aubergues donativo is Sebastian uit Argentinië. Hij reist al 10 jaar de wereld rond en is nog lang niet klaar. Op zijn rugzak emblemen van zo'n beetje alle Zuid-Amerikaanse landen die hij al liftende en lopende bereist heeft. En dan is hij nu in Europa en doet de Camino even. Levensonderhoud door zo nu en dan wat te werken en zelfgemaakte armbandjes te verkopen. Hij leeft zo goedkoop mogelijk dus ik vind hem in de donativo's. En ook hij staat ook altijd vooraan als er iets gedaan moet worden.

In Grañon zat ik tijdens het diner naast Charety uit Oeganda haar echtgenoot Steve. Charety doet haar naam eer aan, het stel zamelt geld in voor een school in Oeganda. Hieronder de link naar hun Facebook-pagina. Hun banknummer staat op de pagina.

https://m.facebook.com/photo.php?fbid=2037369522942110&set=a.227514377260976.71586.100000072479133&type=3

Overigens de Aubergue in Grañon was heel leuk. De gasten moesten het eten koken dat door de vrijwilligers gekocht was. Een groep Italianen kweet zich van die taak. Hoewel ze elkaar die dag pas voor het eerst ontmoet hadden liep het als een tierelier en kwam er een smakelijl diner op tafel. Afwassen met het uit militaire dienst bekende "drie vaten systeem". Daarna nog een korte plechtigheid en zegening van de pelgrims op de tweede verdieping in de toren. Verder is de Aubergue bijzonder omdat de pelgrims betalen onder het regime donativo, maar als je als arme pelgrim geld nodig hebt mag je dat uit het kistje halen! Van wat overblijft kopen de vrijwilligers voedsel en andere zaken om de Auberge draaiende te houden.



Van Saint Jean Pied de Port naar Pamplona.

25 juni. Zo gauw je in SJPdP bent is de sfeer helemaal in het teken van het pegrimeren. In Rue de la Citadelle moet je zijn, zoals in Bangkok in Khau San Road. Je hebt er alles; Pelgrimsbureau, refuge, aubergues, hostels, restaurants, café en winkel in pelgrimsbenogdheden. Vanaf nu is het de eerste dagen een lopend dorp van ongeveer 200 pelgrims, dit getal hoorde ik op het Pelgrimsbureau. De refuge in SJPdP kon 60 mensen herbergen, mannen vrouwen door elkaar in stappelbedden.

26 juni. De tocht naar Roncevalles was zwaar maar niet zo erg als de wandeling naar Ostabad waar ik mijn rechter onderbeen overbelaste. Zie de foto's met commentaar. In Roncevalles staat een immens groot klooster dat als refuge dienst doet. Acht Nederlandse vrijwilligers die het beheren, na twee weken komt er een andere ploeg Nederlanders. Er staan ook nog twee restaurants en een paar huizen. Dat alles op 1000 meter hoogte.

27 juni. Deze dag zou ik 28 km naar Larrasoaina lopen, maar vanwege het been bekort tot 21. Ben uitgekomen in Zubiri. Leuke wandeling, wat kleine glooiingen en een eentonig landschap want de autoweg was constant aanwezig. Leuk, omdat hij goed te doen was .

28 juni, Naar Pamplona, ook vandaag de autoweg op korte afstand aanwezig. Het landschap wisselt van industrieel naar agrarisch en andersom. Deze dag wat vaker een pauze genomen en daardoor om 15:00 uur op bestemming de refuge "Jesus y Maria". Maar Juan en Dolores stonden achter de balie, de naam komt van de vorige bestemming van het gebouw, als kerk.



Van Sauveterre naar Saint Jean Pied de Port

Weer een prachtige wandeling. Na het middaguur werd het in mijn beleving bloedheet, en hetschoot geen donder op. Mede door eigen toedoen door een kop koffie te willen drinken, wat geld uit de muur halen en die muur moeten zoeken. Dan geld kan ook niet lang in de portemonnee blijven zitten want ik moest toch een paar boodschapjes hebben. Na Saint Palais zaten er twee erg steile heuvels in het traject, ik schat toch wel zeker 20%. De eerste van 60 naar 250 meter hoogte en een tweede van 150 naar 280 meter en weer afzakken naar 150 meter. Ongenadig!

25 juni in Saint Jean Pied de Port aangekomen. De Rue de la citadelle ziet er net uit als in de film. Alles in deze straat ademt Pelgrim. Je vind er het Pelgrimsbureau voor adviezen, slaapgelegenheid en een nieuwe credential. In deze straat restaurants, cafe's, pelgrimsherbergen en winkel voor de pelgrimsuitrusting, Zie verder de foto's

Van Sainta Foy la Grande naar Sauveterre de Béarn

15 juni. In Sainta Foy la Grande is het pand dat 's zomers gebruikt wordt als refuge s' winters in gebruik als daklozenopvang. Als je het telefoonnummer uit onze gids belt blijk je contact te hebben met de portier/receptioniste van het ziekenhuis. Daar ook melden. Toen ik het terrein opliep en de loge niet direct opmerkte hoorde ik "joehoe, joehoe" en ze hing al uit het raam om de aandacht van deze pelgrim. Ze belde terstond een vrijwilliger die over een kwartiertje bij de refuge, één straat verderop, zou zijn. In de refuge kennis gemaakt uitleg gekregen, de man heeft brood, boter en jam voor het ontbijt gehaald. Sleutel gekregen, bij het vertrek morgen in de brievenbus doen en betaald plus een stempel in de Credential. Ook hier weer een enorm vertrouwen.

16 juni. Santa-Ferme, mooie wandeling. De hospitaliers Annette en Jean-Jacques beheerden de refuge als het eigen huis, brandschoon was het er. En Annette toverde een maaltijd van 6 gangen op tafel. Een sympathiek stel dat voor een sfeer van thuiskomen stond.

17 juni Bassanne. Na een lange wandeling die tot ver in de hete middag duurde, kwamen we aan bij de molen. Zie de foto's. Het is tevens een plaats voor picnics en bruidsfoto's.

18 juni. Bazas, refuge in een oude jongensschool. Deze plaats heeft een prachtige kathedraal.

19 juni. Bij het verlaten van Bazas konden we niet op route komen omdat de routetekens verkeerd stonden. Met behulp van maps.me op de telefoon is het probleem verholpen en zijn we, Jacques en ik in Bouriot-Bergonce in de Landes aangekomen. Het weer wordt warmer en in late middaguren cummuleert de warmte, lekken, druppen en drinken

20 juni. Bougue heeft de caféhouder niet alleen als neventaak kruidenierswaren te verkopen maar beheert ook de sleutel van de refuge. Het was ingedeeld in drie kamertjes voor twee personen, mooi mijn kans om vroeg op te staan en om zes uur in de ochtenkoelte naar Saint-Sever te lopen.

21 juni. Tijdens de wandeling gebeld naar de beheerder van de refuge in Saint-Sever, helaas een paar dagen gesloten ivm "Fête de Saint Jean". Dan Booking.com raadplegen en het bleek da er 12 km verderop in Audignon een B&B is die ons kan herbergen. Zo loop je toch nog in de hitte, maar er is een slaapplaats!

22 juni. De geschiedenis van gister herhaald zich. Om zes uur begin ik te wandelen, ik zou een kortere afstand doen dan Jacques en om tijd in de middag over te houden toch vroeg op pad. In Sault-de-Navailles was geen overnachting mogelijk en refuge in Beyries was opgehouden met bestaan. Toen na contact maar doorlopen naar Orthez, "Hotel de la Lune", een leuke refuge voor zes pelgrims, waar ik oude bekenden als Michel en Jacques terug zag, aanmelden bij Bureau Touriste.

23 juni. Fijne wandeling door de heuvels van de Pyrenees Atlantiques. Lekker vroeg in de middag op bestemming, Sauveterre de Béarn. De km-stand is volgens de wandelgids 850 km.



Van Saint Germain Beaupré naar Bergerac.

Op 5 juni probleemloos naar Saint Germain Beaupré gelopen. Daar aangekomen bleek het gevonden adres van de Pelgrimsopvang er niet te zijn. In een gesprek met een man die net zijn gras aan het maaien was bleek het 120 km de verkeerde kant op te liggen. Maar geen nood hij deed ook aan de opvang voor pelgrims, een Jacobsschelp aan zijn hek en zijn naam in mijn reisgids. Zonder geluk vaart niemand wel.

6 Juni naar Bénévent-l'Abbaye gewandeld. Hoewel de beheerder van de pelgrimsherberg een vrouw is heet ze toch "Godson". Een vrouw vol vertrouwen in de mens. In het telefoongesprek om mijn komst aan te kondigen, zei ze dat als ze er niet was en wat de code van de deur is zodat ik naar binnen kon. Waar tref je nog zoveel vertrouwen?

7 Juni Les Billanges. In de wandeling trof ik Pete een 84 jarige pelgrim uit Australië. Hij deed de Camino voor de derde keer vanuit Vezelay. Dit maal niet meer helemaal naar Santiago maar naar Saint Jean Pied de Port waar hij een paar maanden vrijwilligerswerk gaat doen op het Pelgrimsbureau. Van hem de tip om "ondersokken" te dragen. Wat zijn ondersokken? Toen we in de Pelgrimsopvang waren liet hij ze zien. Gewone dunne herensokken voor in de gepoetste schoenen. Zijn theorie; de wrijving moet je aan de voet ontrekken, een laagje meer om de voet pakt zijn eigen deel van de wrijving. Pete was civilingenieur , dus geen reden voor twijfel. Nu werd ik op dit vlakke deel toch al niet geplaagd door blaren, maar noteren kan geen kwaad.

8 Juni Limoges. Alle Pelgrimsopvang die in de routegids staan gaven aan "complet" te zijn. Er zijn ook weekend pelgrims naar bleek. Toen via booking.com maar een goedkoop hotel geboekt. Denk je een Ibis budget Hotel in het stadscentrum te hebben geboekt, krijg ik daarna vreemde mail zonder duidelijke afzender. Wel het adres van het hotel met toegangscode. Op 20 Rue de Raspail aangekomen blijkt dit een krot in een achterstandswijk te zijn. Gefopt dus. Wat nu? Nog maar een keer Internet geraadpleegd. Een ander Budget Hotel ligt op 1 km afstand , dus lopen maar weer. Aan de balie ingecheckt en betaald. Maar wat nu, dubbele kosten liggen niet lekker op de maag. Nogmaals bij booking.com ingelogd en ik kon de fopkamer nog annuleren, kosten € 7. Schade beperkt, later maar contact zoeken.

9 Juni Flavignac. Na een makkelijke wandeling ontmoet in Jacques uit België weer. Samen met de Fransman Bruno een gezellige avond gehad. Tot dusver waren het allemaal vrienden voor één of twee avonden. Dit omdat ieder zijn eigen plan en tempo heeft. Jacques doet net als ik rond de 25 à 30 km per dag.

10 Juni La Coquille. Wij Jacques en ik worden verwelkomt door een Waals stel op leeftijd dat charmant Nederlands spreekt, Régis en Bernadette. De al aanwezigen worden als "brave mensen" betiteld en aan ons voorgesteld. Dit beheerders echtpaar heeft zelf een kamer in deze refuge van de vereniging "Foie de Vezelay" en zijn enige weken hospilatier. Bernadette kon geweldig koken, op ons ontkennende antwoord van de vraag of we al een warme maaltijd hadden gehad vandaag toog ze gelijk aan de slag. In hartelijkheid en verzorging hebben we dit nog niet meegemaakt. Hulde aan dit stel.

11 Juni Sorges.

12 Juni Périgueux

13 Juni Douville. Voor de verandering een stacaravan voor een pelgrimsprijsje.

14 Juni Bergerac. Geen bijzonderheden, alles begint te wennen.


De Franse lunch

In Frankrijk ga je naar je werk en laat je broodtrommeltje thuis. Er is geen werknemer die zijn bammetjes nabij de werkplek opkaant. Nee in de lunchpauze gaan we naar het plaatselijke restaurant, café of anders waar je kunt eten, voor het menu van de dag. Vandaag was het alweer prijs. Ik liep Bénévent-l'Abbaye binnen tussen 12:00 en 14:00 uur, en passeerde het plaatselijke restaurant. Binnengekomen vragen of je hier iets kunt eten want er zat geen mens. "Ja zeker" zei ze, het meisje bij de kassa, "gaat u naar achter naar de eetzaal". Daar aangekomen zag ik een twaalftal mensen aan de maaltijd. Wat schafte de pot? Een halve liter rode wijn, een liter koud water uit de koeling en als voorgerecht een sla met garnalen en sinaasappel vergezeld met een mandje stokbrood. Als het meisje van de bediening een leeg bord zag kwam ze met de volgende gang, dat was een botermals stuk varkenshaas in zachte mosterdsaus van grove mosterd en aardappelpuree. Normaal niet mijn keuze maar deze was goed smaak gebracht. En de fluweel zachte rode wijn kombineerde hier prima bij. Stokbrood te weinig om de restjes uit het bord te deppen. Ondertussenen waren er aantal installatietechnici en een paar bouwvakkers bijgekomen. Ik was ondertussen aan een kaasplankje toegekomen dat met het altijd en eeuwige stokbrood opgediend werd en prima zijn bedoelde weg ging. Ondertussen kwamen er een paar colberts met stropdas binnen waarmee de zaal aardig vol was. Als vierde gang, een stuk kersenclafotis, heerlijk lauwwarm gemaakt alsof die net uit de oven kwam. Om na al het voorgaande de benen weer wat recht onder het gat te krijgen nog een kopje espresso na, zo sterk dat de mondhoeken je naar de oren trekken of je wilt of niet. Duur? Nee voor € 13 kan ik dit niet laten. Het schouwspel is prachtig en dit maal overheerlijk.